Scroll to top

Conrector Van Herk en zoon


Peter Swart - 2 februari 2020 - 2 reacties

Volgens de betaalrol van de Huis te Warmelo had Cornelis van Herk uit Alkmaar de functie van tweede schrijver. De tweede schrijver was de hulp en vervanger van de eerst verantwoordelijke voor de scheepsadministratie. Cornelis van Herk was omstreeks 1715 een bekende naam in Alkmaar. Hij was conrector van de Latijnse school en een muziekliefhebber. Maar zijn de tweede schrijver van het oorlogsfregat en de conrector uit Alkmaar wel een en dezelfde persoon?

 

Familie Van Herk

De wieg van conrector Cornelis van Herk stond in Alkmaar waar hij op 7 juli 1656 werd gedoopt. Zijn ouders Francois Hercke en Wenefrida Buijck waren vier maanden eerder getrouwd. Hun echtverbintenis was van korte duur want ‘Weijntje Buijcken’ werd op 27 juli van hetzelfde jaar begraven. In 1663 hertrouwde de vader van Cornelis met Anna Blauwvoet.
Op 22-jarige leeftijd stapte Cornelis van Herk zelf in het huwelijksbootje. Hij ging op 13 november 1678 in ondertrouw met Trijntje Backerus, dochter van organist Hendrik Backerus. Cornelis woonde op dat moment in de Langestraat in Alkmaar. Dat zijn vader en stiefmoeder in 1663 ook in deze straat huisden, doet vermoeden dat Cornelis van Herk in de Langestraat opgroeide. In de gereformeerde doopboeken van Alkmaar staan zeven kinderen uit het huwelijk van Cornelis en Trijntje Backerus opgetekend. Daarvan worden er drie in een testament van Cornelis van Herk uit 1708 genoemd: Cornelis, Pieter en Wenefrida Elisabeth.(1) Er was dus een tweede Cornelis van Herk in Alkmaar! Cornelis junior werd gedoopt op 8 september 1688 in de Grote Kerk.

 

Muziekliefhebber

Cornelis van Herk senior werd in 1708 tot conrector van de Latijnse school benoemd. Hij had toen al een lange staat van dienst in het onderwijs want kort nadat hij Trijntje Backerus trouwde, kreeg hij een aanstelling als onderwijzer in de tweede school. Bijna gelijktijdig met zijn benoeming tot conrector werd Van Herk ook een van de twee vaste organisten van de Kapelkerk in Alkmaar.(2) Hij kende het orgel in de Kapelkerk goed. Twee jaar eerder, in 1706, beoordeelde Van Herk als ‘liefhebber der speelkunst’ het resultaat van herstelwerk aan het instrument. Dat muziek een belangrijke rol in het leven van de conrector speelde, leidt geen twijfel. Hij bezat meerdere instrumenten en een verzameling muziekboeken, zowel gedrukt als geschreven. Dit bezit liet Cornelis van Herk in zijn testament uit 1708 aan Cornelis junior toekomen.

 

Schulden

Vanaf eind 1713 kreeg conrector Cornelis van Herk van doen met schuldeisers. Eerst werd hij als borgsteller van een lening voor het plaatselijke gerecht gedaagd. De rechters gaven hem zes weken de tijd om 100 gulden plus achterstallige rentebetalingen aan de eiser te voldoen. In 1714 en 1715 werd de conrector opnieuw gedaagd, dit maal in verband met onbetaalde rekeningen voor geleverde winkelwaren. De winkelwaren waren voornamelijk door Cornelis junior afgenomen maar de conrector werd als vader en voogd door de schuldeisers gedaagd. De laatste rechterlijke uitspraak in deze zaken vond plaats op 21 maart 1715. Een advocaat vroeg toen namens Van Herk om uitstel van twee maanden maar de rechters bepaalden dat de gedaagde de rekening binnen een maand moest voldoen.(3)

 

De tweede schrijver

Wordt Cornelis van Herk junior in de rechterlijke stukken van 1714-1715 nog genoemd, nadien ontbreekt van hem elk spoor. Registraties van een huwelijk, dopen van kinderen of een begrafenis zijn niet aangetroffen. In een notariële akte uit 1736 worden alleen Pieter en Elisabeth als erfgenamen van conrector Cornelis van Herk genoemd.(4) Dit maakt aannemelijk dat niet de conrector maar zijn zoon Cornelis junior de tweede schrijver van de Huis te Warmelo was. De jongeman uit Alkmaar moet een slachtoffer van het ongeluk in de Finse Golf zijn geweest.
Cornelis senior kreeg in 1728 een laatste rustplaats in Beverwijk, de herkomstplaats van zijn vader Francois. Het conrectorschap had hij op aandringen van het Alkmaarse stadsbestuur tien jaar eerder moeten opgeven maar het orgel van de Kapelkerk bespeelde hij tot zijn dood.

 


Afbeelding: De Langestraat in het midden van de achttiende eeuw. Links het stadhuis en op de achtergrond de Grote Kerk van Alkmaar. (Noord-Hollands Archief)

 

(1) Regionaal Archief Alkmaar (RAA), Notarieel Archief Alkmaar, inv.nr. 426, akte 382.
(2) C.W. Bruinvis, ‘Cornelis van Herk’, in: Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek Deel 1, Leiden, 1911, p. 1087-1088.
(3) RAA, Oud-rechterlijke archieven Alkmaar, inv.nr. 66 , onder meer 30 november 1713, 20 februari 1714 en 7 februari 1715.
(4) RAA, Notarieel Archief Alkmaar, inv.nr. 555, akte 238.

2 reacties

  1. Dick Appel

    Wordt zo een mooi vervolgverhaal. Is Backerus niet een verlatijnsing van ‘Backer’? En was Pieter Backer niet de organist/orgelbouwer van het orgel in de Bonifaciuskerk van Medemblik. Relatie?

  2. Jaap Kroon

    Interessant verhaal!

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *