Scroll to top

Journaal van de Diepenheim


Peter Swart - 12 maart 2022 - 17 reacties

In Het Utrechts Archief wordt een scheepsjournaal van de Diepenheim bewaard.(1) Net als het fregat Huis te Warmelo voer dit Amsterdamse oorlogsschip in 1715 naar de Oostzee. De twee schepen maakten deel uit van hetzelfde Engels-Nederlandse eskader.
Het scheepsjournaal van de Diepenheim kwam kortgeleden in beeld. Voor zover bekend is dit het enige bewaarde journaal van een Nederlands oorlogsschip van het eskader. Wat vertelt het over de reis naar de Oostzee en de ondergang van de Huis te Warmelo?

 

Schip en kapitein

De Diepenheim was een schip van vergelijkbare grootte als de Huis te Warmelo. Beide schepen waren bewapend met 44 kanonnen en hadden een bemanning van 200 koppen. Zelfs in de naamgeving vertonen de twee oorlogsschepen sterke gelijkenis. Diepenheim verwijst waarschijnlijk naar het huis Diepenheim dat op een steenworp afstand van Kasteel Warmelo ligt. De twee huizen staan in de Overijsselse plaats Diepenheim.
Het scheepsjournaal in Het Utrechts Archief is geschreven door Jacob van Reede (1681-1724). Hij was kapitein bij de Amsterdamse admiraliteit en een telg van een invloedrijk adellijk geslacht. Voluit luidde zijn naam Jacob baron van Reede heer van Elst. Zijn vader Godard van Reede leidde in 1691 het leger van koning-stadhouder Willem III in Ierland en werd later bevorderd tot opperbevelhebber van het gehele Staatse leger. Ook een aantal broers van Jacob van Reede diende als officier in het leger.
Zijn goede komaf opende ongetwijfeld vele deuren. Na aanstellingen als luitenant op het schip van admiraal Filips van Almonde, werd Jacob van Reede in 1706 benoemd tot kapitein ter zee.(2) Sindsdien voerde hij het bevel over verschillende Amsterdamse oorlogsschepen waaronder de Diepenheim.

 


Afbeelding: Portret van een zeeofficier, mogelijk Jacob baron van Reede heer van Elst. (Collectie Stichting Kasteel Amerongen)

 

Vertrek

Het journaal van de Diepenheim begint op 29 april 1715. Toen lag het oorlogsschip nog in Amsterdam en werden bemanningsleden aangenomen. ’s Avonds kwam een loods aan boord om het schip veilig over de ondiepe Zuiderzee te leiden. Een berucht obstakel voor schepen uit Amsterdam was Pampus. Volgens het journaal werd de Diepenheim op 3 mei met zes waterschepen over deze ondiepte gesleept. Daarbij ging het sleeptouw aan stukken.
Via Urk bereikte het schip de Vlieter bij Wieringen waar gelijktijdig het fregat Huis te Warmelo uit Medemblik arriveerde.(3) In dit diepere vaarwater werden proviand en geschut aan boord gebracht. Na de tussenstop in de Vlieter voeren de oorlogsschepen door richting Texel.
Op 20 mei liet de Diepenheim voor Den Helder zijn ankers vallen. Daar werd het laatste proviand ingenomen en controleerde de commissaris van monstering de bemanningssterkte.
Eind mei wachtten de schepen op een gunstige wind om uit te varen. Na twee vergeefse pogingen om open zee te bereiken, zeilden de Diepenheim, de Huis te Warmelo en tien andere oorlogsschepen op 1 juni het Nieuwe Gat uit. In hun kielzog volgden 170 koopvaarders.

 

Gdansk

Het Nederlandse konvooi zeilde op 6 juni 1715 om de noordpunt van het Deense Jutland en bereikte de Sont. In de Sont moesten de koopvaarders tol betalen en vond de geplande samenvoeging met de Engelse vloot plaats.
Woensdag 12 juni werd de reis voortgezet. Jacob van Reede schreef in zijn journaal dat de Deense koningin op kasteel Kronborg kwam. Zij wilde het schouwspel van de honderden schepen zien. De vloot was echter al te ver om haar nog te kunnen salueren.
De reis van de Diepenheim ging minder ver dan die van de andere Nederlandse oorlogsschepen. Op 24 juni kregen Jacob van Reede en de kapitein van een Engels oorlogsschip het sein om zich van de hoofdmacht af te splitsen. Zij hadden de taak om koopvaarders met bestemming Gdansk en Kaliningrad te begeleiden. Zodra de rede van Gdansk was bereikt, moest de Nederlandse kapitein al direct in actie komen. Hij stuurde gewapende bemanningsleden naar een koopvaarder die door een Deense kaper werd bedreigd. De lading van de koopvaarder was bestemd voor een Nederlandse koopman in Gdansk.

 

De Huis te Warmelo

Afgezien van een korte reis naar Baltiejsk, het vroegere Pillau, lag de Diepenheim in juli en augustus 1715 voor Gdansk. Over het ongeluk met het fregat Huis te Warmelo werd Jacob van Reede op 31 augustus geïnformeerd. Toen arriveerde namelijk de hoofdmacht van de Engels-Nederlandse vloot op de rede van Gdansk. In het journaal van de Diepenheim schrijft hij dat de Huis te Warmelo op een klip onder het eiland Hogland was gebleven. Volgens hem waren ‘alleen 69 man met sloepe en boots daer van gekomen’. Waar andere bronnen (ongeveer) 70 overlevenden vermelden, geeft de kapitein van de Diepenheim een ogenschijnlijk exact aantal op.
Donderdag 5 september vertrok de gecombineerde vloot van de rede van Gdansk. In de Sont begroetten alle oorlogsschepen de Deense koningin met saluutschoten. De terugreis van de Diepenheim verliep verre van voorspoedig. Als gevolg van zwaar weer verloor ze op 14 oktober alle drie de masten. Daarbij brak een bemanningslid zijn onderrug en beide benen. Noodgedwongen moest het oorlogsschip voor reparatie naar de Noorse havenplaats Arendal uitwijken.(4) Pas eind november 1715 keerde de gehavende Diepenheim terug uit de Oostzee.

Lees hier de tekst van het scheepsjournaal van de Diepenheim.

Bekijk hier het scheepsjournaal van de Diepenheim in de collectie van Het Utrechts Archief. Het begint bij scannummer 130.

 


Afbeelding: Twee van de 39 bladzijden uit het journaal van de Diepenheim. Op de rechterpagina wordt melding gemaakt van de ondergang van het fregat Huis te Warmelo. Oorspronkelijk werd het journaal bewaard in kasteel Amerongen, het stamslot van de Van Reedes en bewaarplaats van het familiearchief. In 1988 werden de familiepapieren aan Het Utrechts Archief overgedragen. (Het Utrechts Archief)

 

(1) Het Utrechts Archief (HUA), Huis Amerongen (HA), inv.nr. 3431.
(2) HUA, HA, inv.nr. 3429 en 3420.
(3) HUA, HA, inv.nr. 3431. Volgens het journaal kwam de Diepenheim op 6 mei in de Vlieter. Een brief van Michiel de Clercq aan de Amsterdamse admiraliteit vermeldt de aankomst van meerdere oorlogsschepen in de Vlieter waaronder dat van kapitein Van Elst en een uit Medemblik. Nationaal Archief, Archief Admiraliteitscolleges, inv.nr. 1656, 7 mei 1715.
(4) HUA, HA, inv.nr. 3437. Betreft een aantekening van de korte masten die in Arendal waren gekocht.

17 reacties

  1. Annie Grandia

    Ha Peter,
    Weer verrassend, wat je met je speurwerk naar alles wat met het oorlogschip Huis te Warmelo te maken maken heeft, naar boven hebt weten te halen.
    Een stukje geschiedenis van oorlogschip De DIepenheim blijkt verweven te zijn met Huis te Warmelo.
    Ook met veel genoegen en interesse een deel uit het leven van bemanningslid Jacob Gijsen , afkomstig uit West-Friesland, gelezen.
    Peter veel succes en groeten,
    Annie.

  2. Roel ten Klei

    Beste Peter, misschien vind je deze ook wel leuk, gaat over het uitrusten van een schip en een claim in Nieuw Amsterdam. Door van Reede van Nederhorst. Als je de transcriptie wilt hebben hoor ik het wel.
    https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven?mizig=199&miadt=39&miaet=54&micode=34-4.255&minr=4809477&miview=ldt

    • Peter Swart

      Beste Roel,
      Hartelijk dank voor je reactie. De inhoud van de notariële akte is zeker interessant. De genoemde Godard van Reede is een bloedverwant van kapitein Jacob van Reede. Voor zover ik kan beoordelen heeft de akte geen directe relatie met het Huis te Warmelo-project. Wellicht heeft Het Utrechts Archief belangstelling voor een transcriptie?
      Vriendelijke groet, Peter

  3. Marijke van Teunenbroek

    Dag Peter, Met veel plezier ook dit stuk weer gelezen. Prachtige vondst weer!

  4. Peter, wederom een interessant stuk, dit keer over het ‘zusterschip’ van de Huis van Warmelo. Bizar, dat ook dit schip flinke moeilijkheden ondervond, dit keer op de terugreis. Ik ben benieuwd naar het volgende hoofdstuk. Succes.

  5. N. Brinck

    Goud uit graan! Een typische reis voor Nederlandse koopvaarders. Maar er waren meestal geen oorlogsschepen mee. Zonde van het verlies van”’t Huis te Warmelo”.

    Nico

  6. Jaap Kroon

    Dat was weer genieten Peter, bedankt. Wist je van het bestaan van dit scheepsjournaal af?

    • Peter Swart

      Dank je wel, Jaap
      Sinds 18 februari 2022 weet ik dat het scheepsjournaal van de Diepenheim bestaat. En het was al gedigitaliseerd! Met dank aan Het Utrechts Archief.

  7. Ad Kamma

    Hallo Peter,
    Weer een mooi en gedegen stukje maritieme geschiedenis toegevoegd aan de reis van Huis Te Warmelo. De context wordt hiermee steeds veelkleuriger en interessanter.

  8. Rob van Teijlingen

    Weer met veel plezier gelezen en inderdaad een heel mooi handschrift in het journaal.

    • Peter Swart

      Dank voor de reactie, Rob
      Het is zeker een mooi en leesbaar handschrift.
      Met veel informatie over weersomstandigheden en scheepsbewegingen.
      Zoals gebruikelijk in een scheepsjournaal…

  9. Sjaak Pronk

    Heel waardevolle aanvulling. Zo krijg je een nog levendiger beeld van de omstandigheden en het leven op die schepen.

  10. Corona Rentenaar

    Indrukwekkend om de gebeurtenissen rond het fregat zo in een breder perspectief te kunnen plaatsen! Heb je artikel weer met veel plezier gelezen!

  11. Gaaf! En wat een fijn handschrift ook om te lezen. Volgende week zondag loop ik met Happy Hikes NH onder andere langs Poolland (boven Schagen) en vertel daar over de handel via Gdansk. Ik zal je site aanbevelen aan de wandelaars. Er kunnen trouwens nog mensen mee op 20 maart. Check de site, of de FB-pagina van HappyHikesNH. Hartelijke groet, Marjon Aker

    • Peter Swart

      Wat leuk, Marjon!
      Eeuwenlang was Gdansk/Dantzig de graanschuur van Nederland. Er was ook een aanzienlijke Nederlandse gemeenschap. In het journaal van de Diepenheim schrijft Jacob van Reede dat hij en de Engelse kapitein op 18 juli 1715 door ‘de Hollanse naetien onthaelt’ werd.
      Ik wens je op 20 maart een mooie wandeling.

  12. K van Louvezijn

    Beste Peter,

    Wat een interessante samenloop van historische, veelal maritieme feiten.
    Het bewijst maar dat er mede door gerichte ontsluiting van archieven en natuurlijk het nodige nadere onderzoek naar verbanden, een steeds breder beeld ontstaat van “onze” grote
    maritieme aanwezigheid bij en in de toenmalige handelsroutes.

    Prachtig hoor Peter, dit resultaat.

    Hartelijke groet,
    Kees van Louvezijn.

  13. M Swart-Piet

    Wat goed Peter, dat je het scheepsjournaal vond in het Utrechtse archief. Zo krijg je een goed beeld hoe zo’n vloot uitvoer richting Oostzee. En dan die saluutschoten voor de Deense koningin, erg leuk beschreven!

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *