Gerrit Hendriksz Kes diende op de Huis te Warmelo als scheepskok. Zijn verblijfsplaats op het schip was de kombuis, de gangbare naam voor scheepskeuken. Daar bereidde hij het eten voor het scheepsvolk. Twee koksmaten hielpen hem met deze taak. Een andere kok, de kajuitskok, verzorgde het eten voor de kapitein en de andere officieren.
Toen Gerrit Hendriksz Kes in 1715 aanmonsterde voor de reis naar het Oostzeegebied, woonde hij in Medemblik. Maar zijn wieg stond in buurstad Hoorn.
Kombuis
In een oorlogsschip bevond de kombuis zich onder in het schip, tussen de grote mast en de fokkemast. Zo was de keuken geen obstakel voor het geschut op de bovengelegen dekken.
In een gevechtssituatie werd de kombuis omgetoverd tot een operatie- en behandelruimte voor gewonden. De koks maakten dan plaats voor de chirurgijns.
Gerrit Hendriksz Kes werkte niet alleen in de kombuis, hij sliep er ook. De koks sliepen niet in hangmatten maar hadden in de kombuis vaste kooien tot hun beschikking.(1) Door de rook van het keukenvuur kon de kombuis een benauwde en vieze ruimte zijn.
Getrouwd en vader
Gerrit Hendriksz Kes was getrouwd en had een dochter. Zijn huwelijk vinden we terug in het gereformeerde trouwboek van Medemblik. De scheepskok van de Huis te Warmelo ging op 3 februari 1714 in ondertrouw met Maartje Jans.(2) Volgens het trouwboek kwam de aanstaande bruidegom uit Hoorn. Maartje was uit Medemblik afkomstig. Het huwelijk van de twee jonge lieden was vrijgesteld van de belasting op trouwen en begraven. Dat betekent dat hun inkomen en vermogen gering was.
Gerrit Hendriksz Kes en Maartje Jans kregen één kind. Op 11 augustus 1715 werd hun dochter Maartjen in Medemblik gedoopt. Het is uitgesloten dat de vader bij de doop in de kerk aanwezig was. Op die dag lag de Huis te Warmelo namelijk voor anker bij het eiland Hogland in de Finse Golf.(3)
Gerrit Hendriksz Kes
Een zoektocht naar de doop van scheepskok Gerrit, zoon van Hendrik Kes, leverde in eerste instantie niets op. De index met persoonsnamen van het Westfries Archief bevat geen Hendrik Kes uit Hoorn. Een andere bron bracht uitkomst. In de administratie van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) wordt Jan Hendriksz Kes uit Hoorn genoemd.(4) Hij trad eind 1706 in dienst van de compagnie en vertrok als onderzeilmaker met het VOC-schip Korssloot. Dat Jan en Gerrit broers waren, leidt weinig twijfel.
Het scheepssoldijboek van de Korssloot geeft ook de naam van de moeder van Jan Hendriksz Kes prijs. Haar naam is Trijntje Gerrits. Dankzij deze aanvullende informatie komt het gezin van Hendrik Willemsz en Trijntje Gerrits in beeld. Zij lieten in de jaren 1682-1695 vijf zoons in Hoorn dopen. Gerrit was de tweede zoon. Hij werd gedoopt op 7 oktober 1685, zijn broer Jan drie jaar later.(5)
Hoorn en Medemblik
Dat Gerrit Hendriksz Kes in Medemblik terechtkwam en trouwde, is mogelijk geen toeval. Medemblik is de plaats waar zijn moeder Trijntje Gerrits vandaan kwam. Van jongs af had hij een band met die stad. Gerrit was zelfs naar zijn grootvader uit Medemblik vernoemd. De herkomstplaats van Trijntje Gerrits staat opgetekend in het register van huwelijksafkondigingen. De ouders van de scheepskok trouwden eind 1681. Ze woonden toen aan de Turfhaven in Hoorn.(6)
Voor zover bekend heeft Gerrit Hendriksz Kes na 1715 geen sporen in archieven nagelaten. Het is een aanwijzing dat hij bij de ondergang van het fregat Huis te Warmelo is omgekomen.
Afbeelding: De Turfhaven in Hoorn aan het einde van de negentiende eeuw. De ouders van scheepskok Gerrit Hendriksz Kes woonden daar in 1681. (Westfries Archief)
In januari 2023 werd ik erop gewezen dat Gerrit Hendriksz Kes in dienst van de VOC is geweest. Hij vertrok in 1716 met het schip Luchtenburg naar Batavia. Deze opvarende heeft na 1715 dus wel degelijk sporen in archieven nagelaten. Het betekent ook dat Gerrit Hendriksz Kes een van de overlevenden van de scheepsramp in de Finse Golf was. Met dank aan mevrouw G.A. Bijl uit Naarden.
(1) Martinus Lambrechts, Handboekje voor den Zeeleerling […], Amsterdam, 1731. Geraadpleegd op Google Books.
(2) Westfries Archief (WFA), DTB Medemblik, inv.nr. 22 en DTB Hoorn, inv.nr. 57 en 68, 10 februari 1714.
(3) Gebaseerd op het logboek van de Assistance. The National Archives, ADM 52/128, 31 juli 1715.
(4) Nationaal Archief, index VOC: Opvarenden.
(5) WFA, DTB Hoorn, inv.nr. 8. Jan is gedoopt op 19 oktober 1688.
(6) WFA, DTB Hoorn, inv.nr. 67, 8 november 1681.
N. Brinck
Weer een mooi verhaal Peter. Dank je wel!
M.Swart-Piet
Hoi Peter, weer een bemanningslid achterhaald, wel een triest verhaal, omdat zijn vrouw en kind achterblijven. Zo gebeurde dit zo vaak. Maar jij brengt ze weer een beetje tot leven. Gr.
Jaap Kroon
Weer een interessant verhaal Peter. Ik geniet hier enorm van.
Sjaak Pronk
Interessant zo’n detail over plaats en nevenfunctie van de kombuis op het schip.
Theo Klabbers
Heel interessant om zulke dingen te lezen. Zoals je weet ben ik druk aan het schilderen en dat wordt ook gevolgd door vele Medemblikkers. Mag ik deze mooie foto ook plaatsen? Het Medemblikker schip is in 1715 vergaan in slecht weer. Ik weet hoe dat is. Ik voer bij de marine in 1958 tussen Nieuw-Guinea en Singapore. Daar kregen we de staart van een orkaan. We moesten uitwijken naar Hongkong. Dat is geen haven, de schepen liggen aan de boei. Toen we daar aankwamen zag ik grote schepen gewoon op de kade gegooid. Wij moesten hulpdiensten laten invliegen om de schade door het hele schip te herstellen, er stond niet veel meer op zijn plaats aan boord.
K van Louvezijn
Beste Peter,
Weer met veel belangstelling dit resultaat gelezen van het naarstig blijven speuren naar genealogische feiten en combinaties met het dagelijks leven, specifiek aan boord van historische zeilschepen.
Prachtige aanvulling.
Hartelijke groet,
KEES.
Hans Eelman
Ga zo voort Peter en je krijgt zeebenen. Zo langzaam vertel je, hoe het destijds op zulke schepen toeging. Heel anders als toen rond 50 jaar geleden Willem Vos ( Batavia ) en ik met het KNSM schip Ladon een drietal reizen naar de Carieb maakten. Geen zeilen en wel een dikke dieselmotor.